Voorbeeldzinnen met het werkwoord müssen 〈Procespassief〉 〈Bijzin〉
Voorbeelden van het gebruik van de vervoeging van het werkwoord müssen. Dit zijn echte zinnen en zinnen uit het project Tatoeba. Voor elke vervoegde vorm wordt zo'n voorbeeldzin getoond. De werkwoordsvorm wordt gemarkeerd. Als er meer dan één zin is, wordt er willekeurig een voorbeeld met het Duitse werkwoord müssen gekozen. Om de vervoeging niet alleen aan de hand van voorbeelden te begrijpen, maar ook te oefenen, zijn er werkbladen voor het werkwoord müssen beschikbaar.
Tegenwoordige tijd
-
Ich
muss
zurück.
I have to go back.
-
Tom
muss
zum Spezialisten.
Tom has to see a specialist.
-
Ich
muss
bald zum Friseur.
I have to get a haircut soon.
-
Ich
muss
zu Fuß zurück zum Hotel.
I have to walk back to the hotel.
-
Ich
muss
weg.
I have to go.
-
Wohin
musst
du?
Where do you have to go?
-
Tom
muss
ins Krankenhaus.
Tom has to go to the hospital.
-
Ich
muss
dringend zum Zahnarzt.
I urgently need to go to the dentist.
-
Ich
muss
an die frische Luft.
I need to get some fresh air.
-
Wie lange
muss
das in die Mikrowelle?
How long should I microwave this?
Onvoltooid verleden tijd
-
Musstest
du das sagen?
Did you have to say that?
-
Dafür
mussten
sie ins Gefängnis.
For that, they had to go to prison.
-
Ihr
musstet
alles selbst machen.
You had to do everything yourself.
-
Der Bankkaufmann
musste
wegen Betrugs ins Gefängnis.
The banker went to jail for fraud.
Konjunktief I
Konjunktief II
-
Du
müsstest
stolz sein.
You should be proud.
-
Er
müsste
böse sein.
He should be angry.
-
Wir
müssten
schon dort sein.
We should already be there.
-
Der Aufenthaltsraum
müsste
eigentlich besser ausgestattet sein.
The lounge should actually be better equipped.
-
Mir ist klar, dass ihr nicht hier wäret, wenn ihr es nicht
müsstet
.
I realize that you guys wouldn't be here if you didn't have to be.
Imperatief
-
Infinitief
-
Ich musste
weg.
I had to leave.
-
Ihr müsst
müde sein.
You must be tired.
-
Wo müsst
ihr hin?
Where do you have to go?
Deelwoord
Werkwoordschema Regels
- Hoe vervoeg je müssen in Tegenwoordige tijd?
- Hoe vervoeg je müssen in Onvoltooid verleden tijd?
- Hoe vervoeg je müssen in Imperatief?
- Hoe vervoeg je müssen in Konjunktiv I?
- Hoe vervoeg je müssen in Konjunktiv II?
- Hoe vervoeg je müssen in Infinitief?
- Hoe vervoeg je müssen in Deelwoord?
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord
indicatief
Voorbeeldzinnen in de aantonende wijs Procespassief voor het werkwoord müssen
-
Ich
muss
zurück.
I have to go back.
-
Tom
muss
zum Spezialisten.
Tom has to see a specialist.
-
Ich
muss
bald zum Friseur.
I have to get a haircut soon.
-
Ich
muss
zu Fuß zurück zum Hotel.
I have to walk back to the hotel.
-
Ich
muss
weg.
I have to go.
-
Wohin
musst
du?
Where do you have to go?
-
Tom
muss
ins Krankenhaus.
Tom has to go to the hospital.
-
Ich
muss
dringend zum Zahnarzt.
I urgently need to go to the dentist.
-
Ich
muss
an die frische Luft.
I need to get some fresh air.
-
Wie lange
muss
das in die Mikrowelle?
How long should I microwave this?
-
Einen Moment, ich
muss
auf die Toilette.
Hang on, I need to go to the bathroom.
-
Ordnung
muss
sein.
Order is a must.
-
Ich musste
weg.
I had to leave.
-
Du
musst
geduldiger sein.
You must be more patient.
-
Ihr müsst
müde sein.
You must be tired.
Werkwoordschema
Conjunctief
Gebruik van de conjunctief Procespassief voor het werkwoord müssen
-
Du
müsstest
stolz sein.
You should be proud.
-
Er
müsste
böse sein.
He should be angry.
-
Wir
müssten
schon dort sein.
We should already be there.
-
Tom sagte, er
müsse
ins Bett.
Tom said that he needed to go to bed.
-
Der Aufenthaltsraum
müsste
eigentlich besser ausgestattet sein.
The lounge should actually be better equipped.
-
Mir ist klar, dass ihr nicht hier wäret, wenn ihr es nicht
müsstet
.
I realize that you guys wouldn't be here if you didn't have to be.
Werkwoordschema
Voorwaardelijke wijs II (würde)
Vervangende vormen met "würde"
Imperatief
Zinnen in de gebiedende wijs Procespassief voor het werkwoord müssen
Werkbladen
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse müssen
-
müssen
must, have to, have got to, need to, allow, be bound to, be committed to, be forced to
должен, быть должным, долженствовать, нужно, быть вынужденным, должно быть, необходимо, обязан
deber, tener que, deber +inf, deber de, deber ir, hay que +inf, ser necesario +inf, tener que +inf
devoir, falloir, autoriser, nécessaire, permettre
zorunda olmak, gerekmek, mecbur olmak, gerek, meli malı, olmasi lazim, yapmak zorunda olmak
ter que, dever, precisar, ter de, deve, necessário, precisar de
dovere, bisognare, dover essere portato, dover essere messo, essere obbligato, necessità, occorrere
trebui, fi necesar, trebuie
kell, muszáj, engedélyezni, megakadályozni
musieć, być zmuszonym, konieczność, potrzebować, powinność
πρέπει, θα έπρεπε, αναγκαίο, αναγκασμένος, αναγκαστικά, μακάρι να, προϋπόθεση
moeten, mut, nodig zijn, vermoeden, verplicht zijn
muset, musit, musí, být nucen, být podmínkou
måste, vara tvungen, böra, få, behöva, krav, måste vara, skall
måtte, skulle, burde, være nødt til, må, nødvendighed, nødvendigt
しなければならない, に違いない, はず, 妨げる, 必要条件, 必須, 行かなければならない, 行きたい
haver de, caldre, necessitar, cal, ha de
täytyä, joutua, olla, pitää, tulla, on pakko, täytyy, olla pakko
måtte, burde, må, nødvendig, ha rett til å
behar, baldintza, behartu
morati, trebati, морати
мора, потребно
morati
musieť
morati, biti obavezan
morati
повинен, мусити, мушу, необхідно, потрібно, має бути
трябва, необходимо е
мусіць, павінен, мушу, муштру, павіннасьць, трэба
חובה، צריך، חייב
ألزم، يتوجب، ينبغي، يجب، ضروري، لا بد، مضطر
بایستن، بایستن انجام کاری، ضرورت داشتن، مجبوربودن، باید، اجبار، لازم است
ضروری ہونا، مجبور ہونا، اجازت دینا، روکنا، ضرورت، ضروری، لازمی ہونا
müssen in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
Inloggen |
Definities
Betekenissen en synoniemen van müssenVerbuigingsregels
Gedetailleerde regels voor vervoeging
- Vorming van Tegenwoordige tijd van müssen
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van müssen
- Vorming van Imperatief van müssen
- Vorming van Konjunktiv I van müssen
- Vorming van Konjunktiv II van müssen
- Vorming van Infinitief van müssen
- Vorming van Deelwoord van müssen
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?