Voorbeeldzinnen met het werkwoord zubeißen 〈Bijzin〉
Voorbeelden van het gebruik van de vervoeging van het werkwoord zubeißen. Dit zijn echte zinnen en zinnen uit het project Tatoeba. Voor elke vervoegde vorm wordt zo'n voorbeeldzin getoond. De werkwoordsvorm wordt gemarkeerd. Als er meer dan één zin is, wordt er willekeurig een voorbeeld met het Duitse werkwoord zubeißen gekozen. Om de vervoeging niet alleen aan de hand van voorbeelden te begrijpen, maar ook te oefenen, zijn er werkbladen voor het werkwoord zubeißen beschikbaar.
Tegenwoordige tijd
-
Onvoltooid verleden tijd
-
Konjunktief I
-
Konjunktief II
-
Imperatief
-
Infinitief
-
Der moderne Mensch kann kraftvoller
zubeißen
als so mancher Menschenaffe.
The modern human can bite more powerfully than some apes.
-
Erst beleidigte er einen Autofahrer, dann ließ er seinen Hund
zubeißen
.
First, he insulted a driver, then he let his dog bite.
-
Wenn wir keine eigenen Zähne mehr haben, haben wir Lust
zuzubeißen
.
When we no longer have our own teeth, we feel like biting.
Deelwoord
-
Ein Trainer verlor fast seinen Arm, nachdem ein Krokodil
zugebissen
hatte.
A trainer almost lost his arm after a crocodile bit him.
-
Wenn ein Hund
zugebissen
hat, haftet der Halter.
If a dog has bitten, the owner is liable.
Werkwoordschema Regels
- Hoe vervoeg je zubeißen in Tegenwoordige tijd?
- Hoe vervoeg je zubeißen in Onvoltooid verleden tijd?
- Hoe vervoeg je zubeißen in Imperatief?
- Hoe vervoeg je zubeißen in Konjunktiv I?
- Hoe vervoeg je zubeißen in Konjunktiv II?
- Hoe vervoeg je zubeißen in Infinitief?
- Hoe vervoeg je zubeißen in Deelwoord?
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord
indicatief
Voorbeeldzinnen in de aantonende wijs Actief voor het werkwoord zubeißen
Conjunctief
Gebruik van de conjunctief Actief voor het werkwoord zubeißen
Voorwaardelijke wijs II (würde)
Vervangende vormen met "würde"
Imperatief
Zinnen in de gebiedende wijs Actief voor het werkwoord zubeißen
Werkbladen
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse zubeißen
-
zubeißen
bite, bite hard, clench, snap
кусать, впиваться зубами, закусить, схватить зубами, захватывать, сжать зубы
morder, hincar los dientes, agarrar, apretar
mordre, happer, croquer
dişlemek, ısırmak, dişleri sıkmak
morder, agarra, dentar
mordere, azzannare, chiudere, dare un morso, stringere i denti, stringere
mușca, mânca
harapni, megrágni, rágni
ugryźć, gryźć, zagryźć, gryźć mocno, zgrzytać, złapać
δαγκώνω, κόβω μια δαγκωνιά, σφίγγω τα δόντια
toebijten, toehappen, bijten, vastbijten
skousnout, kousnout, zakousnout, zakousnout se
bita till, bita, bita hårt
bide til, bide, gribe
噛む, かみつく, 噛みつく
agafar, mordiscar, mordre, mossegar
purra
bite, bite hard, klype
mordea
ujesti, zagrizati
загризам, забивам, загриз
zagrizniti, zobati
zahryznúť, zahryť
ujesti, zagrizati
ujesti, zagrizati
вкусити, захапати, зубами, сильно кусати
захапвам, захапване, хапя
захапіць, зубамі сціскаць, кусаць
נשיכה، לתפוס، נשוך
عض، قضم
گاز گرفتن، نیش زدن
دانتوں کو زور سے دبانا، دھنسنا، دھنسنا اور کاٹنا
zubeißen in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
Inloggen |
Definities
Betekenissen en synoniemen van zubeißenVerbuigingsregels
Gedetailleerde regels voor vervoeging
- Vorming van Tegenwoordige tijd van zubeißen
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van zubeißen
- Vorming van Imperatief van zubeißen
- Vorming van Konjunktiv I van zubeißen
- Vorming van Konjunktiv II van zubeißen
- Vorming van Infinitief van zubeißen
- Vorming van Deelwoord van zubeißen
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?