Voorbeeldzinnen met het werkwoord anfallen (hat) ⟨Bijzin⟩

Voorbeelden van het gebruik van de vervoeging van het werkwoord anfallen. Dit zijn echte zinnen en zinnen uit het project Tatoeba. Voor elke vervoegde vorm wordt zo'n voorbeeldzin getoond. De werkwoordsvorm wordt gemarkeerd. Als er meer dan één zin is, wordt er willekeurig een voorbeeld met het Duitse werkwoord anfallen (hat) gekozen. Om de vervoeging niet alleen aan de hand van voorbeelden te begrijpen, maar ook te oefenen, zijn er werkbladen voor het werkwoord anfallen beschikbaar.

sein
an·fallen
haben
an·fallen

Tegenwoordige tijd

-

Onvoltooid verleden tijd

-

Konjunktief I

-

Konjunktief II

-

Imperatief

-

Infinitief

-

Deelwoord

  • Jemand hat mich angefallen . 
    Engels Someone attacked me.
  • Im Nationalpark hat eine Bärenmutter zwei Besucher angefallen , weil sie ihr Junges bedroht sah. 
    Engels In the national park, a bear mother attacked two visitors because she saw her cub threatened.

 Werkwoordschema Regels  Definities 

indicatief

Voorbeeldzinnen in de aantonende wijs Actief voor het werkwoord anfallen (hat)

Conjunctief

Gebruik van de conjunctief Actief voor het werkwoord anfallen (hat)

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen met "würde"

Imperatief

Zinnen in de gebiedende wijs Actief voor het werkwoord anfallen (hat)

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse anfallen (hat)


Duits anfallen (hat)
Engels attack, assault, assail, savage, seize, set on, turn on
Russisch нападать, атаковать, возникать, возникнуть, кидаться, кинуться, копиться, накапливаться
Spaans atacar, asaltar, agredir, embestir, plantearse, presentarse, producirse
Frans attaquer, agresser, saisir
Turks saldırmak, atak yapmak, yakalamak
Portugees atacar, agredir, acometer, assaltar
Italiaans aggredire, attaccare, accumularsi, afferrare, aggressione, assalire, catturare, cogliere
Roemeens ataca, agresa, surprinde
Hongaars megragadni, megrohan, megtámad, megtámadni, támadni
Pools atakować, napadać, chwytać, napadać na, napaść, powstawać, powstać, rzucać na
Grieks επίθεση, επιτίθεμαι, επιτίθεμαι σε, καταλαμβάνω
Nederlands aanvallen, overvallen, aangrijpen, bekruipen, overrompelen
Tsjechisch chytit, napadat, napadatdnout, napadnout, uchopit, zaútočit
Zweeds anfalla, angripa, attackera, uppkomma, uppstå
Deens angribe, overfalde, anfalde, opstå
Japans 攻撃する, 襲う, 襲撃する
Catalaans agafar, assaltar, atacar, captar
Fins hyökätä, tarttua
Noors angripe, overfalle
Baskisch eraso, erasotzaile, hartu
Servisch napadati, napasti
Macedonisch заседне, напад, нападне
Sloveens napasti, napad
Slowaaks napadnúť, uchopiť
Bosnisch napadati, napasti
Kroatisch napasti, napadati, zgrabiti
Oekraïens атакувати, захопити, нападати, напасти
Bulgaars атакувам, нападам, нападение
Wit-Russisch захапіць, нападаць
Indonesisch melanda, mendera, menerjang, menyerang
Vietnamees tấn công, xâm chiếm, xông vào, ập đến
Oezbeeks bostirib kelmoq, hujum etmoq, hujum qilish, qamrab olmoq
Hindi छा जाना, हमला करना, हमलाना, हावी होना
Chinees 侵袭, 突袭, 袭击, 袭来
Thais ครอบงำ, จู่โจม, แล่นเข้ามา, โจมตี
Koreaans 공격하다, 덮치다, 습격하다, 엄습하다
Azerbeidzjaans bürümək, hücum etmək, hücuma keçmək, tutmaq
Georgisch დაპყრობა, დაუფლება, თავზე დაესხა
Bengaals আক্রমণ করা, গ্রাস করা, পেয়ে বসা, হামলা করা
Albanees mbërthej, pushtoj, sulmoj
Marathi आघात करणे, ग्रासणे, पकडणे, हल्ला करणे
Nepalees आक्रमण गर्नु, च्याप्नु, समात्नु, हाम्ला गर्नु
Telugu ఆవరించు, దాడి చేయడం, దాడి చేయు, పట్టుకోవడం
Lets pārņemt, uzbrukt, uznākt
Tamil ஆட்கொள்ளுதல், தாக்குதல், திடீர் தாக்குதல், பிடித்தல்
Ests haarama, ründama, rünnata, valdama
Armeens համակել, հարձակում անել, հարձակվել, տիրել
Koerdisch girtin, hucum kirin, şer kirin
Hebreeuwsלתפוס، לתקוף
Arabischهجوم، اعتداء، مهاجمة
Perzischبه وجودآمدن، حمله کردن، گرفتن
Urduاچانک حملہ، حملہ کرنا، پکڑنا

anfallen (hat) in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Definities

Betekenissen en synoniemen van anfallen (hat)

  • jemanden plötzlich und meist gewaltsam attackieren, angreifen, attackieren, herfallen, überfallen
  • auftreten, bei einem Prozess entstehen, anliegen, auftreten, entstehen, erwachsen
  • jemanden ergreifen, befallen, erfassen, ergreifen, überkommen
  • plötzlich angreifen, fällig werden, angreifen, ansammeln, bewirken

anfallen (hat) in openthesaurus.de

Betekenissen  Synoniemen 

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Opmerkingen



Inloggen

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 280992, 280992, 280992

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: anfallen

* De zinnen uit Wiktionary (de.wiktionary.org) zijn vrij beschikbaar onder de licentie CC BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/deed.de). Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via de volgende links: 280992

* De zinnen van Tatoeba (tatoeba.org) zijn gratis beschikbaar onder de CC BY 2.0 FR (creativecommons.org/licenses/by/2.0/fr/) licentie. Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via: 4880572