Voorbeeldzinnen met het werkwoord einfahren (hat)

Voorbeelden van het gebruik van de vervoeging van het werkwoord einfahren. Dit zijn echte zinnen en zinnen uit het project Tatoeba. Voor elke vervoegde vorm wordt zo'n voorbeeldzin getoond. De werkwoordsvorm wordt gemarkeerd. Als er meer dan één zin is, wordt er willekeurig een voorbeeld met het Duitse werkwoord einfahren (hat) gekozen. Om de vervoeging niet alleen aan de hand van voorbeelden te begrijpen, maar ook te oefenen, zijn er werkbladen voor het werkwoord einfahren beschikbaar.

haben
ein·fahren
sein
ein·fahren

indicatief

Voorbeeldzinnen in de aantonende wijs Actief voor het werkwoord einfahren (hat)

Conjunctief

Gebruik van de conjunctief Actief voor het werkwoord einfahren (hat)

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen met "würde"

Imperatief

Zinnen in de gebiedende wijs Actief voor het werkwoord einfahren (hat)

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse einfahren (hat)


Duits einfahren (hat)
Engels bring in, retract, acclimate, accustom, achieve, adapt, become accustomed, break in
Russisch вводить, вставлять, входить в привычку, въезжать, доставлять, достигать, повредить, получать
Spaans acostumbrarse, acarrear, acostumbrar, almacenar, conseguir, dañar, derribar, equilibrarse
Frans rentrer, apporter, convoyer, défoncer, enfoncer, engranger, enregistrer, escamoter
Turks alışmak, getirmek, alıştırmak, depolamak, elde etmek, hasar vermek, içeri almak, içeri sokmak
Portugees acostumar-se, acostumar, afundar, armazenar, atropelar, colher, colidir, conquistar
Italiaans abituarsi, abituare, colpire, consolidarsi, diventare tradizione, guadagnare, inserire, introdurre
Roemeens adaptare, aduce, câștigă, deteriora, introducere, obține, recolta, se obișnui
Hongaars bejárat, beemelés, behelyezés, behord, behozni, belép, beszállítani, betakarítani
Pools osiągać, wjechać, wjeżdżać, wprowadzać, zwozić, osiągnąć, przyzwyczaić się do pojazdu, przyzwyczajać
Grieks εισάγω, ανασύρω, απόκτηση, εκπαίδευση, εξοικειώνομαι, κέρδος, καθιερώνομαι, μεταφορά
Nederlands inrijden, invoeren, aanrijden, aanvoeren, beschadigen, binnenbrengen, gewoon worden, inbrengen
Tsjechisch dovézt, narážet, obdržet, přivézt, skladovat, uskladnit, vnořit, zasunout
Zweeds införa, erhålla, etablera, inlärning, köra in, lagra, skada, skörda
Deens få, hente, indføre, indkøre, kollision, køre ind, køre til, opnå
Japans ぶつかる, 乗り物を使う, 収穫を運ぶ, 定着する, 引き込む, 得る, 慣らす, 慣れる
Catalaans acostumar-se, danyar, introduir, aconseguir, acostumar, entrar, esdevenir costum, inserir
Fins kuljettaa, tottua, ajaa, kolaroida, korjata, saavuttaa, sukeltaa, tottua ajoneuvoon
Noors etablere seg, felle, høste, innarbeide, innkjøre, lagre, oppnå, påkjøre
Baskisch ohitzea, sartu, irabazi, kolpe egin, lortu, ohitura hartu, sartzea, uzta bildu
Servisch dovesti, dobiti, naviknuti se, naviknuti se na vozilo, naviknuti vozilo, steći, transportovati, ubacivanje
Macedonisch влез, внесување, вградити, влегување, влегување во возило, вметнување, добијам, освојувам
Sloveens pripeljati, dobiti, navaditi konja, navaditi vozilo, pridobiti, prihod, prilagoditi se vozilu, prinašati
Slowaaks dopraviť, dosiahnuť, naraziť, skladovať, uskladniť, vniknúť, vstúpiť, zvyknúť
Bosnisch dovesti, dobiti, naviknuti se, naviknuti se na vozilo, naviknuti vozilo, steći, transportovati, ubacivanje
Kroatisch dovesti, dobiti, naviknuti se, naviknuti se na vozilo, naviknuti vozilo, steći, transportirati, ubran
Oekraïens вводити, ввійти в звичку, вивозити, впроваджувати, доставити, завоювати, збирати, отримати
Bulgaars вкарвам, въездам, влиза в кола, влиза в навик, влиза в превозно средство, влиза в употреба, вмъквам, постигане
Wit-Russisch прывыкнуць да транспарту, атрымаць, дастаўляць, дасягнуць, забіраць, загружаць, збіраць, увойсці ў звычку
Indonesisch melatih, membiasakan diri, menabrak, menarik ke dalam, menarik masuk, mendapatkan, mengantarkan, menggudangkan
Vietnamees giao, kiếm tiền, kiếm được, làm quen, nhập kho, quen, rút vào, thu vào
Oezbeeks ichga kiritmoq, ichkariga tortmoq, ko‘nikmoq, moslashmoq, odatiy bo'lib qolmoq, omborga kiritmoq, tarbiyalamoq, toplamoq
Hindi अंदर खींचना, अभ्यस्त होना, आदत पड़ना, आदत बनना, कमाना, घोड़े को चलना सिखाना, टक्कर मारना, ठोक देना
Chinees 习惯, 入库, 养成习惯, 归仓, 撞上, 撞坏, 收起, 缩回
Thais กลายเป็นนิสัย, ขับชน, คุ้นเคย, จัดส่ง, ชน, ชิน, ฝึก, ส่งมอบ
Koreaans 거둬들이다, 길들이다, 들이받다, 배달하다, 배송하다, 벌다, 수납하다, 습관이 들다
Azerbeidzjaans alışdırmaq, anbara yerləşdirmək, anbara yığmaq, içəri yığmaq, içəri çəkmək, qazanmaq, uyğunlaşmaq, vurmaq
Georgisch ბეღელში შეტანა, დაჯახება, მიტანა, მიწოდება, სწავლება, შეგუება, შემოწევა, შეჩვევა
Bengaals অভ্যস্ত হওয়া, আদত হয়ে যাওয়া, আয় করা, গুটিয়ে নেওয়া, গুদামে নেওয়া, চালাতে শেখানো, ধাক্কা দেওয়া, ধাক্কা মারা
Albanees dorëzoj, dërgoj, fitoj, fut brenda, fut në hambar, godas, mësohem, përplas
Marathi आत ओढणे, आत घेणे, आदत होणे, कमवणे, कोठारात भरणे, गोदामात नेणे, ठोकणे, धडक देणे
Nepalees आदत पर्नु, कमाउने, ठक्कर दिनु, ठोक्नु, डेलिभर गर्नु, पुर्‍याउनु, प्रशिक्षण गर्नु, बानी पर्नु
Telugu అంబారంలో పెట్టు, అలవాటు పడటం, అలవాటుగా మారడం, చేరవేయు, ఢీకొట్టడం, నిల్వచేయు, లోపలికి లాగడం, శిక్షణ ఇవ్వడం
Lets iebraukt, iebīdīt, iegūt, iekrist rutīnā, ietriekties, ievest ražu, ievilkt, ievākt ražu
Tamil அனுப்பி சேர்க்க, இடித்தல், உள்ளே இழுத்தல், உள்வாங்குதல், களஞ்சியப்படுத்து, சம்பாதிக்க, பயிற்சி செய்யுதல், பழகுதல்
Ests harjuma, kohale toimetama, muutuda harjumuseks, otsa sõitma, saaki sisse tooma, sisse lükkama, sisse sõitma, sisse tõmbama
Armeens ամբարել, առաքել, բախել, բախվել, դառնալ սովորություն, հասցնել, հարմարվել, ներս մտցնել
Koerdisch ambar kirin, destgirtin, fêrkirin, gihandin, lêxistin, nas bûn, radest kirin, rahat bûn
Hebreeuwsלהכניס، להיכנס، להעביר، להרגיל، להשיג، להתממש، להתרגל לרכב، לזכות
Arabischإدخال، إدخال المحصول، اصطدام، التعود على مركبة، تحقيق، تدريب، ترويض، جنى
Perzischآسیب زدن، حمل کردن، دریافت کردن، عادت دادن، عادت کردن، عادت کردن به وسیله نقلیه، محصولات را به انبار آوردن، نفوذ
Urduداخل کرنا، آہستہ آہستہ چلانا، حاصل کرنا، سکھانا، عادت بننا، غیر معمولی طور پر داخل کرنا، لانا، محصول لانا

einfahren (hat) in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Definities

Betekenissen en synoniemen van einfahren (hat)

  • mit einem Fortbewegungsmittel in eine Sache, in einen Ort hineinfahren, hineinfahren
  • [Fachsprache] in einen Schacht hinabfahren
  • [Tiere] in einen Bau hineinkriechen
  • die Ernte zum Lagerort bringen, einbringen
  • ein Fahrzeug oder ein Zugtier an das Fortbewegen gewöhnen
  • ...

einfahren (hat) in openthesaurus.de

Betekenissen  Synoniemen 

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Opmerkingen



Inloggen

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 937763, 937763, 937763, 937763, 937763, 937763, 937763, 937763, 937763, 937763, 937763

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: einfahren

* De zinnen van Tatoeba (tatoeba.org) zijn gratis beschikbaar onder de CC BY 2.0 FR (creativecommons.org/licenses/by/2.0/fr/) licentie. Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via: 7866592, 7840502