Vervoeging van het Duitse werkwoord ersinnen
De vervoeging van het werkwoord ersinnen (bedenken, inbeelden) is onregelmatig. De basisvormen zijn ersinnt, ersann en hat ersonnen. De ablaut vindt plaats met de stamklinkers i - a - o. Het hulpwerkwoord van ersinnen is "haben". Het voorvoegsel er- van ersinnen is onscheidbaar. De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord ersinnen beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor ersinnen. Je kunt niet alleen ersinnen vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Het werkwoord behoort tot de woordenschat van het Zertifikat Deutsch of niveau C1. Opmerkingen ☆
C1 · onregelmatig · haben · onlosmakelijk
ersinnt · ersann · hat ersonnen
Verandering van de stamklinker i - a - o
conceive, devise, invent, cogitate, concert, concoct, contrive, excogitate, imagine
sich ausdenken; erfinden, ausfeilen, erdenken, türken, konzipieren
(sich+D, acc.)
» Sie ersann
eine gute Lösung. She came up with a good solution.
De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van ersinnen
Konjunktief II
ich | ersänne/ersönne |
du | ersännest/ersönnest |
er | ersänne/ersönne |
wir | ersännen/ersönnen |
ihr | ersännet/ersönnet |
sie | ersännen/ersönnen |
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
indicatief
Het werkwoord ersinnen vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd
Perfectum
ich | habe | ersonnen |
du | hast | ersonnen |
er | hat | ersonnen |
wir | haben | ersonnen |
ihr | habt | ersonnen |
sie | haben | ersonnen |
Volt. verl. tijd
ich | hatte | ersonnen |
du | hattest | ersonnen |
er | hatte | ersonnen |
wir | hatten | ersonnen |
ihr | hattet | ersonnen |
sie | hatten | ersonnen |
Toekomende tijd I
ich | werde | ersinnen |
du | wirst | ersinnen |
er | wird | ersinnen |
wir | werden | ersinnen |
ihr | werdet | ersinnen |
sie | werden | ersinnen |
voltooid tegenwoordige toekomende tijd
ich | werde | ersonnen | haben |
du | wirst | ersonnen | haben |
er | wird | ersonnen | haben |
wir | werden | ersonnen | haben |
ihr | werdet | ersonnen | haben |
sie | werden | ersonnen | haben |
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
Conjunctief
De vervoeging van het werkwoord ersinnen in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.
Konjunktief II
ich | ersänne/ersönne |
du | ersännest/ersönnest |
er | ersänne/ersönne |
wir | ersännen/ersönnen |
ihr | ersännet/ersönnet |
sie | ersännen/ersönnen |
Voltooid Konj.
ich | habe | ersonnen |
du | habest | ersonnen |
er | habe | ersonnen |
wir | haben | ersonnen |
ihr | habet | ersonnen |
sie | haben | ersonnen |
Konj. volt. verl. t.
ich | hätte | ersonnen |
du | hättest | ersonnen |
er | hätte | ersonnen |
wir | hätten | ersonnen |
ihr | hättet | ersonnen |
sie | hätten | ersonnen |
Voorwaardelijke wijs II (würde)
Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.
Imperatief
De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord ersinnen
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
Infinitief/Deelwoord
De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor ersinnen
Voorbeelden
Voorbeeldzinnen voor ersinnen
-
Sie
ersann
eine gute Lösung.
She came up with a good solution.
-
Tom hat einen neuen Plan
ersonnen
.
Tom has come up with a new plan.
-
Er
ersann
eine unerwartete Methode zur Bewältigung des Problems.
He found an unexpected way to deal with the problem.
-
Da den Politikern langweilig war,
ersannen
sie einige neue Reformen.
Since the politicians were bored, they devised some new reforms.
-
Leibniz
ersann
eine Rechenmaschine, beschrieb den Aufbau genau, ließ sie von Handwerkern bauen, und siehe da, sie funktionierte.
Leibniz devised a calculating machine, described its construction in detail, had it built by craftsmen, and lo and behold, it worked.
-
Ich versuche, einen anderen Plan
zu
ersinnen
.
I'm trying to think of another plan.
-
Eine der Figuren des Buchs
ersinnt
einen unausgegorenen Plan eines Banküberfalls.
One of the characters in the book devises an unrefined plan for a bank robbery.
Voorbeelden
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse ersinnen
-
ersinnen
conceive, devise, invent, cogitate, concert, concoct, contrive, excogitate
выдумать, выдумывать, измыслить, измышлять, сочинить, сочинять, придумывать
idear, imaginar, inventar, cranear, inventarse, pensar, pergeñar
imaginer, inventer, concevoir, penser, représenter, trouver, échafauder
hayal etmek, tasarlamak
inventar, engendrar, engenhar, idear, imaginar, conceber
ideare, escogitare, immaginare, inventare
concepe, inventa
kitalál
wymyślać, wymyślić, zmyślać, zmyślić
επινοώ, εφεύρω, σκαρφίζομαι
bedenken, inbeelden, uitvinden, verzinnen
vymyslet, vymýšlet
föreställa sig, hitta på, tänka sig, tänka ut, påhitt
finde på, udspekulere, udtænke, forestille sig, opfinde
思いつく, 考案する
concebre, imaginar
miettiä, keksiä
finne på, tenke ut
asmatu
izmisliti, smisliti
измислувам
izumiti, pripraviti
vymyslieť
izmisliti, smisliti
izmisliti, smisliti
винаходити, придумувати
измислям
выдумаць
להמציא
ابتكار، اختراع
اندیشیدن، اختراع کردن
خیال کرنا، سوچنا
ersinnen in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
Inloggen |
Definities
Betekenissen en synoniemen van ersinnen- sich ausdenken, erfinden, ausfeilen, erdenken, türken, konzipieren
- sich ausdenken, erfinden, ausfeilen, erdenken, türken, konzipieren
- sich ausdenken, erfinden, ausfeilen, erdenken, türken, konzipieren
Betekenissen Synoniemen
Verbuigingsregels
Gedetailleerde regels voor vervoeging
- Vorming van Tegenwoordige tijd van ersinnen
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van ersinnen
- Vorming van Imperatief van ersinnen
- Vorming van Konjunktiv I van ersinnen
- Vorming van Konjunktiv II van ersinnen
- Vorming van Infinitief van ersinnen
- Vorming van Deelwoord van ersinnen
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Afleidingen
Afgeleide vormen van ersinnen
≡ ansinnen
≡ erblinden
≡ erblonden
≡ erbetteln
≡ aussinnen
≡ erbleichen
≡ erblassen
≡ erbeuten
≡ erahnen
≡ erachten
≡ erarbeiten
≡ entsinnen
≡ sinnen
≡ nachsinnen
≡ besinnen
≡ erbarmen
Woordenboeken
Alle vertaalwoordenboeken
Duitse werkwoord ersinnen vervoegen
Overzicht van alle tijden van het werkwoord ersinnen
De vervoeging van het werkwoord ersinnen wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord ersinnen is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (ersinnt - ersann - hat ersonnen) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary ersinnen en op ersinnen in de Duden.
ersinnen vervoeging
Tegenwoordige tijd | Onvoltooid verleden tijd | Conjunctief I | Conjunctief II | Imperatief | |
---|---|---|---|---|---|
ich | ersinn(e) | ersann | ersinne | ersänne/ersönne | - |
du | ersinnst | ersannst | ersinnest | ersännest/ersönnest | ersinn(e) |
er | ersinnt | ersann | ersinne | ersänne/ersönne | - |
wir | ersinnen | ersannen | ersinnen | ersännen/ersönnen | ersinnen |
ihr | ersinnt | ersannt | ersinnet | ersännet/ersönnet | ersinnt |
sie | ersinnen | ersannen | ersinnen | ersännen/ersönnen | ersinnen |
indicatief Actief
- Tegenwoordige tijd: ich ersinn(e), du ersinnst, er ersinnt, wir ersinnen, ihr ersinnt, sie ersinnen
- Onvoltooid verleden tijd: ich ersann, du ersannst, er ersann, wir ersannen, ihr ersannt, sie ersannen
- Perfectum: ich habe ersonnen, du hast ersonnen, er hat ersonnen, wir haben ersonnen, ihr habt ersonnen, sie haben ersonnen
- Voltooid verleden tijd: ich hatte ersonnen, du hattest ersonnen, er hatte ersonnen, wir hatten ersonnen, ihr hattet ersonnen, sie hatten ersonnen
- Toekomende tijd I: ich werde ersinnen, du wirst ersinnen, er wird ersinnen, wir werden ersinnen, ihr werdet ersinnen, sie werden ersinnen
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde ersonnen haben, du wirst ersonnen haben, er wird ersonnen haben, wir werden ersonnen haben, ihr werdet ersonnen haben, sie werden ersonnen haben
Conjunctief Actief
- Tegenwoordige tijd: ich ersinne, du ersinnest, er ersinne, wir ersinnen, ihr ersinnet, sie ersinnen
- Onvoltooid verleden tijd: ich ersänne/ersönne, du ersännest/ersönnest, er ersänne/ersönne, wir ersännen/ersönnen, ihr ersännet/ersönnet, sie ersännen/ersönnen
- Perfectum: ich habe ersonnen, du habest ersonnen, er habe ersonnen, wir haben ersonnen, ihr habet ersonnen, sie haben ersonnen
- Voltooid verleden tijd: ich hätte ersonnen, du hättest ersonnen, er hätte ersonnen, wir hätten ersonnen, ihr hättet ersonnen, sie hätten ersonnen
- Toekomende tijd I: ich werde ersinnen, du werdest ersinnen, er werde ersinnen, wir werden ersinnen, ihr werdet ersinnen, sie werden ersinnen
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde ersonnen haben, du werdest ersonnen haben, er werde ersonnen haben, wir werden ersonnen haben, ihr werdet ersonnen haben, sie werden ersonnen haben
Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief
- Onvoltooid verleden tijd: ich würde ersinnen, du würdest ersinnen, er würde ersinnen, wir würden ersinnen, ihr würdet ersinnen, sie würden ersinnen
- Voltooid verleden tijd: ich würde ersonnen haben, du würdest ersonnen haben, er würde ersonnen haben, wir würden ersonnen haben, ihr würdet ersonnen haben, sie würden ersonnen haben
Imperatief Actief
- Tegenwoordige tijd: ersinn(e) (du), ersinnen wir, ersinnt (ihr), ersinnen Sie
Infinitief/Deelwoord Actief
- Infinitief I: ersinnen, zu ersinnen
- Infinitief II: ersonnen haben, ersonnen zu haben
- Tegenwoordig deelwoord: ersinnend
- Participle II: ersonnen