Vervoeging van het Duitse werkwoord bezwecken
De vervoeging van het werkwoord bezwecken (bedoelen, beogen) is regelmatig. De basisvormen zijn bezweckt, bezweckte en hat bezweckt. Het hulpwerkwoord van bezwecken is "haben". Het voorvoegsel be- van bezwecken is onscheidbaar. De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord bezwecken beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor bezwecken. Je kunt niet alleen bezwecken vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Het werkwoord behoort tot de woordenschat van het Zertifikat Deutsch of niveau C2. Opmerkingen ☆
De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van bezwecken
Tegenwoordige tijd
ich | bezweck(e)⁵ |
du | bezweckst |
er | bezweckt |
wir | bezwecken |
ihr | bezweckt |
sie | bezwecken |
Onvoltooid verleden tijd
ich | bezweckte |
du | bezwecktest |
er | bezweckte |
wir | bezweckten |
ihr | bezwecktet |
sie | bezweckten |
Konjunktief II
ich | bezweckte |
du | bezwecktest |
er | bezweckte |
wir | bezweckten |
ihr | bezwecktet |
sie | bezweckten |
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
indicatief
Het werkwoord bezwecken vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd
Tegenwoordige tijd
ich | bezweck(e)⁵ |
du | bezweckst |
er | bezweckt |
wir | bezwecken |
ihr | bezweckt |
sie | bezwecken |
Onvoltooid verleden tijd
ich | bezweckte |
du | bezwecktest |
er | bezweckte |
wir | bezweckten |
ihr | bezwecktet |
sie | bezweckten |
Perfectum
ich | habe | bezweckt |
du | hast | bezweckt |
er | hat | bezweckt |
wir | haben | bezweckt |
ihr | habt | bezweckt |
sie | haben | bezweckt |
Volt. verl. tijd
ich | hatte | bezweckt |
du | hattest | bezweckt |
er | hatte | bezweckt |
wir | hatten | bezweckt |
ihr | hattet | bezweckt |
sie | hatten | bezweckt |
Toekomende tijd I
ich | werde | bezwecken |
du | wirst | bezwecken |
er | wird | bezwecken |
wir | werden | bezwecken |
ihr | werdet | bezwecken |
sie | werden | bezwecken |
voltooid tegenwoordige toekomende tijd
ich | werde | bezweckt | haben |
du | wirst | bezweckt | haben |
er | wird | bezweckt | haben |
wir | werden | bezweckt | haben |
ihr | werdet | bezweckt | haben |
sie | werden | bezweckt | haben |
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
Conjunctief
De vervoeging van het werkwoord bezwecken in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.
Konjunktief II
ich | bezweckte |
du | bezwecktest |
er | bezweckte |
wir | bezweckten |
ihr | bezwecktet |
sie | bezweckten |
Voltooid Konj.
ich | habe | bezweckt |
du | habest | bezweckt |
er | habe | bezweckt |
wir | haben | bezweckt |
ihr | habet | bezweckt |
sie | haben | bezweckt |
Konj. volt. verl. t.
ich | hätte | bezweckt |
du | hättest | bezweckt |
er | hätte | bezweckt |
wir | hätten | bezweckt |
ihr | hättet | bezweckt |
sie | hätten | bezweckt |
Voorwaardelijke wijs II (würde)
Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.
Imperatief
De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord bezwecken
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
Infinitief/Deelwoord
De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor bezwecken
Voorbeelden
Voorbeeldzinnen voor bezwecken
-
Was
bezweckst
du damit?
What do you intend with that?
-
Und weiter, und was
bezweckst
du damit?
And further, what do you aim to achieve with that?
-
Ich bin mir nicht sicher, was Tom mit seinem Verhalten
bezweckt
.
I am not sure what Tom intends with his behavior.
-
Besonders Propagandasprache und Werbesprache werden verdächtigt, Sprachmanipulation
zu
bezwecken
.
Particularly, propaganda language and advertising language are suspected of aiming to manipulate language.
Voorbeelden
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse bezwecken
-
bezwecken
intend, purpose, aim (at), aim to achieve, aim, goal
добиваться, добиться, иметь целью, поставить себе целью, ставить, ставить себе целью, достигать, намереваться
aspirar a, perseguir, tener por objeto, propósito, intención, objetivo
viser à, objectif, avoir l'intention, viser
amaçlamak, hedeflemek, niyet etmek
pretender, ter em vista, objetivar, almejar, finalidade, intencionar, intenção, objetivo
intendere, obiettivo, scopo
intenționa, urmări, viza, intenție, scop
szándékozik, cél, célt követni, célul tűz, szándék
zmierzać do, dążyć, dążyć do celu, mieć na celu, osiągnąć, zamierzać
σκοπεύω, αποβλέπω σε, αποσκοπώ σε, σκοπός, στόχος
bedoelen, beogen, bedoeling, doel, doel hebben, doelstelling
zamýšlet, směřovat, cíl, cílit, dosáhnout, účel
avse, åsyfta, avsikt, mål, syfta, syfte
gå ud på, sigte mod, formål, have til hensigt, mål, tilstræbe
目的とする, 意図, 意図する, 目的
aconseguir, finalitat, intenció, objectiu
tarkoittaa, tavoitella, aikoa, pyrkiä, tarkoitus, tavoite
ha som mål, hensikt, mål, oppnå, tiltenke
helburua, xedea
namera, cilj, ciljati, imati svrhu
намена, намерува, цел
ciljati, nameniti, doseči, namenjati
dosiahnuť, mieriť, mieriť na cieľ, sledovať cieľ, zamýšľať
namjeravati, ciljati
namjeravati, ciljati
досягати, мета, намір, планувати, ціль
намерение, предназначавам, цел
дасягнуць, мэта, намервацца, смысл
להשיג، להתכוון، לכוון، מטרה، תכלית
استهدف، قصد، غرض، هدف، يهدف
هدف داشتن، قصد داشتن، مقصد، مقصد داشتن، هدف
ہدف، مقصد، منصوبہ
bezwecken in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
Inloggen |
Definities
Betekenissen en synoniemen van bezwecken- ein Ziel, einen Sinn (Zweck) verfolgen, beabsichtigen, anpeilen, streben nach, beabsichtigen, ringen um
Betekenissen Synoniemen
Voorzetsels
Voorzetsels voor bezwecken
Verbuigingsregels
Gedetailleerde regels voor vervoeging
- Vorming van Tegenwoordige tijd van bezwecken
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van bezwecken
- Vorming van Imperatief van bezwecken
- Vorming van Konjunktiv I van bezwecken
- Vorming van Konjunktiv II van bezwecken
- Vorming van Infinitief van bezwecken
- Vorming van Deelwoord van bezwecken
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Afleidingen
Afgeleide vormen van bezwecken
≡ beatmen
≡ bebeten
≡ bebildern
≡ beampeln
≡ beachten
≡ beäugen
≡ beargwöhnen
≡ beantworten
≡ bebrüten
≡ bearbeiten
≡ beäugeln
≡ beackern
≡ beängstigen
≡ zwecken
≡ bebändern
≡ bebauen
Woordenboeken
Alle vertaalwoordenboeken
Duitse werkwoord bezwecken vervoegen
Overzicht van alle tijden van het werkwoord bezwecken
De vervoeging van het werkwoord bezwecken wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord bezwecken is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (bezweckt - bezweckte - hat bezweckt) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary bezwecken en op bezwecken in de Duden.
bezwecken vervoeging
Tegenwoordige tijd | Onvoltooid verleden tijd | Conjunctief I | Conjunctief II | Imperatief | |
---|---|---|---|---|---|
ich | bezweck(e) | bezweckte | bezwecke | bezweckte | - |
du | bezweckst | bezwecktest | bezweckest | bezwecktest | bezweck(e) |
er | bezweckt | bezweckte | bezwecke | bezweckte | - |
wir | bezwecken | bezweckten | bezwecken | bezweckten | bezwecken |
ihr | bezweckt | bezwecktet | bezwecket | bezwecktet | bezweckt |
sie | bezwecken | bezweckten | bezwecken | bezweckten | bezwecken |
indicatief Actief
- Tegenwoordige tijd: ich bezweck(e), du bezweckst, er bezweckt, wir bezwecken, ihr bezweckt, sie bezwecken
- Onvoltooid verleden tijd: ich bezweckte, du bezwecktest, er bezweckte, wir bezweckten, ihr bezwecktet, sie bezweckten
- Perfectum: ich habe bezweckt, du hast bezweckt, er hat bezweckt, wir haben bezweckt, ihr habt bezweckt, sie haben bezweckt
- Voltooid verleden tijd: ich hatte bezweckt, du hattest bezweckt, er hatte bezweckt, wir hatten bezweckt, ihr hattet bezweckt, sie hatten bezweckt
- Toekomende tijd I: ich werde bezwecken, du wirst bezwecken, er wird bezwecken, wir werden bezwecken, ihr werdet bezwecken, sie werden bezwecken
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde bezweckt haben, du wirst bezweckt haben, er wird bezweckt haben, wir werden bezweckt haben, ihr werdet bezweckt haben, sie werden bezweckt haben
Conjunctief Actief
- Tegenwoordige tijd: ich bezwecke, du bezweckest, er bezwecke, wir bezwecken, ihr bezwecket, sie bezwecken
- Onvoltooid verleden tijd: ich bezweckte, du bezwecktest, er bezweckte, wir bezweckten, ihr bezwecktet, sie bezweckten
- Perfectum: ich habe bezweckt, du habest bezweckt, er habe bezweckt, wir haben bezweckt, ihr habet bezweckt, sie haben bezweckt
- Voltooid verleden tijd: ich hätte bezweckt, du hättest bezweckt, er hätte bezweckt, wir hätten bezweckt, ihr hättet bezweckt, sie hätten bezweckt
- Toekomende tijd I: ich werde bezwecken, du werdest bezwecken, er werde bezwecken, wir werden bezwecken, ihr werdet bezwecken, sie werden bezwecken
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde bezweckt haben, du werdest bezweckt haben, er werde bezweckt haben, wir werden bezweckt haben, ihr werdet bezweckt haben, sie werden bezweckt haben
Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief
- Onvoltooid verleden tijd: ich würde bezwecken, du würdest bezwecken, er würde bezwecken, wir würden bezwecken, ihr würdet bezwecken, sie würden bezwecken
- Voltooid verleden tijd: ich würde bezweckt haben, du würdest bezweckt haben, er würde bezweckt haben, wir würden bezweckt haben, ihr würdet bezweckt haben, sie würden bezweckt haben
Imperatief Actief
- Tegenwoordige tijd: bezweck(e) (du), bezwecken wir, bezweckt (ihr), bezwecken Sie
Infinitief/Deelwoord Actief
- Infinitief I: bezwecken, zu bezwecken
- Infinitief II: bezweckt haben, bezweckt zu haben
- Tegenwoordig deelwoord: bezweckend
- Participle II: bezweckt