Vervoeging van het Duitse werkwoord ausmalen

De vervoeging van het werkwoord ausmalen (kleuren, beschrijven) is regelmatig. De basisvormen zijn malt aus, malte aus en hat ausgemalt. Het hulpwerkwoord van ausmalen is "haben". Het werkwoord ausmalen kan reflexief gebruikt worden. De eerste lettergreep aus- van ausmalen is scheidbaar. De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord ausmalen beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor ausmalen. Je kunt niet alleen ausmalen vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Het werkwoord behoort tot de woordenschat van het Zertifikat Deutsch of niveau B2. Opmerkingen

Video 

B2 · regelmatig · haben · scheidbaar

aus·malen

malt aus · malte aus · hat ausgemalt

Engels colour in, imagine, amplify, blazon, color in, crayon, describe, envision, imagine sth., paint in, picture, picture (to oneself), color, paint, visualize

einen Innenraum kolorieren; sich eine Vorstellung von etwas machen; referieren, beschreiben, wiedergeben, darstellen

(sich+D, acc., dat.)

» Die Felder sind in verschiedenen Farben auszumalen . Engels The fields are to be painted in different colors.

De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van ausmalen

Tegenwoordige tijd

ich mal(e)⁵ aus
du malst aus
er malt aus
wir malen aus
ihr malt aus
sie malen aus

Onvoltooid verleden tijd

ich malte aus
du maltest aus
er malte aus
wir malten aus
ihr maltet aus
sie malten aus

Imperatief

-
mal(e)⁵ (du) aus
-
malen wir aus
malt (ihr) aus
malen Sie aus

Konjunktief I

ich male aus
du malest aus
er male aus
wir malen aus
ihr malet aus
sie malen aus

Konjunktief II

ich malte aus
du maltest aus
er malte aus
wir malten aus
ihr maltet aus
sie malten aus

Infinitief

ausmalen
auszumalen

Deelwoord

ausmalend
ausgemalt

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


indicatief

Het werkwoord ausmalen vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd


Tegenwoordige tijd

ich mal(e)⁵ aus
du malst aus
er malt aus
wir malen aus
ihr malt aus
sie malen aus

Onvoltooid verleden tijd

ich malte aus
du maltest aus
er malte aus
wir malten aus
ihr maltet aus
sie malten aus

Perfectum

ich habe ausgemalt
du hast ausgemalt
er hat ausgemalt
wir haben ausgemalt
ihr habt ausgemalt
sie haben ausgemalt

Volt. verl. tijd

ich hatte ausgemalt
du hattest ausgemalt
er hatte ausgemalt
wir hatten ausgemalt
ihr hattet ausgemalt
sie hatten ausgemalt

Toekomende tijd I

ich werde ausmalen
du wirst ausmalen
er wird ausmalen
wir werden ausmalen
ihr werdet ausmalen
sie werden ausmalen

voltooid tegenwoordige toekomende tijd

ich werde ausgemalt haben
du wirst ausgemalt haben
er wird ausgemalt haben
wir werden ausgemalt haben
ihr werdet ausgemalt haben
sie werden ausgemalt haben

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


  • Sie malte ihr Bild mit Buntstiften aus . 
  • Das Mädchen malt ein Bild in ihrem Malbuch aus . 

Conjunctief

De vervoeging van het werkwoord ausmalen in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.


Konjunktief I

ich male aus
du malest aus
er male aus
wir malen aus
ihr malet aus
sie malen aus

Konjunktief II

ich malte aus
du maltest aus
er malte aus
wir malten aus
ihr maltet aus
sie malten aus

Voltooid Konj.

ich habe ausgemalt
du habest ausgemalt
er habe ausgemalt
wir haben ausgemalt
ihr habet ausgemalt
sie haben ausgemalt

Konj. volt. verl. t.

ich hätte ausgemalt
du hättest ausgemalt
er hätte ausgemalt
wir hätten ausgemalt
ihr hättet ausgemalt
sie hätten ausgemalt

Toekomende aanvoegende wijs I

ich werde ausmalen
du werdest ausmalen
er werde ausmalen
wir werden ausmalen
ihr werdet ausmalen
sie werden ausmalen

Toek. volt. aanw.

ich werde ausgemalt haben
du werdest ausgemalt haben
er werde ausgemalt haben
wir werden ausgemalt haben
ihr werdet ausgemalt haben
sie werden ausgemalt haben

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.


Conjunctief II

ich würde ausmalen
du würdest ausmalen
er würde ausmalen
wir würden ausmalen
ihr würdet ausmalen
sie würden ausmalen

Verleden cond.

ich würde ausgemalt haben
du würdest ausgemalt haben
er würde ausgemalt haben
wir würden ausgemalt haben
ihr würdet ausgemalt haben
sie würden ausgemalt haben

Imperatief

De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord ausmalen


Tegenwoordige tijd

mal(e)⁵ (du) aus
malen wir aus
malt (ihr) aus
malen Sie aus

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Infinitief/Deelwoord

De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor ausmalen


Infinitief I


ausmalen
auszumalen

Infinitief II


ausgemalt haben
ausgemalt zu haben

Tegenwoordig deelwoord


ausmalend

Participle II


ausgemalt

  • Die Felder sind in verschiedenen Farben auszumalen . 
  • Es kam völlig anders, als ich es mir ausgemalt hatte. 
  • Im Sprachbuch war eine Seite, auf der wir alle Buchstaben ausmalen konnten, die wir durchgenommen hatten. 

Voorbeelden

Voorbeeldzinnen voor ausmalen


  • Die Felder sind in verschiedenen Farben auszumalen . 
    Engels The fields are to be painted in different colors.
  • Es kam völlig anders, als ich es mir ausgemalt hatte. 
    Engels It came completely different than I had imagined.
  • Im Sprachbuch war eine Seite, auf der wir alle Buchstaben ausmalen konnten, die wir durchgenommen hatten. 
    Engels In the language book, there was a page where we could color all the letters we had covered.
  • Sie malte ihr Bild mit Buntstiften aus . 
    Engels She colored her picture with colored pencils.
  • Das Mädchen malt ein Bild in ihrem Malbuch aus . 
    Engels The girl is colouring in a picture in her colouring book.
  • Im Laufe der Jahre ließ der Geschäftsführer der klagenden Partei diese Schwellen und Parkettböden mehrmals neu versiegeln und die Wände neu ausmalen . 
    Engels Over the years, the manager of the complaining party had these thresholds and parquet floors resealed several times and the walls repainted.

Voorbeelden 

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse ausmalen


Duits ausmalen
Engels colour in, imagine, amplify, blazon, color in, crayon, describe, envision
Russisch раскрашивать, окрашивать, представлять, выкрасить, выкрашивать, изображать, изобразить, красить
Spaans colorear, imaginar, pintar, visualizar
Frans colorier, broder, enluminer, fantasmer, s'imaginer, se figurer, imaginer, peindre
Turks boyamak, renklendirmek, ballandıra ballandıra anlatmak, tasvir etmek, hayal etmek, tasarlamak
Portugees colorir, imaginar, pintar, visualizar
Italiaans colorare, figurarsi, descrivere, dipingere, dipingere a, immaginarsi, pitturare, tinteggiare
Roemeens colora, picta, imagina, vizualiza
Hongaars elképzel, kifest, eljátszik a gondolattal, kiszínez, lefest, kifesteni
Pools kolorować, wyobrażać sobie, malować
Grieks ζωγραφίζω, χρωματίζω, γεμίζω με ζωγραφιές, περιγράφω, φαντάζομαι, απεικόνιση, βάφω
Nederlands kleuren, beschrijven, inkleuren, verbeelden, voorstellen
Tsjechisch líčit, vylíčit, představit si, vybarvit, vymalovat
Zweeds färglägga, måla, skildra, utmåla, utmåla sig, föreställa sig
Deens farvelægge, kolorere, udmale, forestille sig, male indvendigt
Japans 塗る, 想像する, 描く, 着色する
Catalaans colorir, imaginar, visualitzar
Fins värittää, kuvitella, maalata, mielikuvitus
Noors fargelegge, forestille seg, male innvendig
Baskisch irudikatu, koloreztatu
Servisch obojiti, predstaviti, zamisliti
Macedonisch замислувам, обоени
Sloveens obarvati, predstavljati si
Slowaaks predstava, vymaľovať
Bosnisch obojiti, zamisliti
Kroatisch obojiti, predstaviti, zamisliti
Oekraïens колорувати, розфарбовувати, уявляти
Bulgaars изрисуване, оцветяване, представям си
Wit-Russisch размаляваць, ўявіць
Hebreeuwsלדמיין، לצבוע
Arabischتصور، صور، لون، تخيل، تلوين
Perzischتصور کردن، رنگ‌آمیزی
Urduرنگ بھرنا، تصور کرنا، خیال بنانا، رنگ کرنا

ausmalen in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Definities

Betekenissen en synoniemen van ausmalen

  • einen Innenraum kolorieren, sich eine Vorstellung von etwas machen, referieren, beschreiben, wiedergeben, darstellen
  • einen Innenraum kolorieren, sich eine Vorstellung von etwas machen, referieren, beschreiben, wiedergeben, darstellen
  • einen Innenraum kolorieren, sich eine Vorstellung von etwas machen, referieren, beschreiben, wiedergeben, darstellen

ausmalen in openthesaurus.de

Betekenissen  Synoniemen 

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Woordenboeken

Alle vertaalwoordenboeken

Duitse werkwoord ausmalen vervoegen

Overzicht van alle tijden van het werkwoord ausmalen


De vervoeging van het werkwoord aus·malen wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord aus·malen is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (malt aus - malte aus - hat ausgemalt) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary ausmalen en op ausmalen in de Duden.

ausmalen vervoeging

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Conjunctief I Conjunctief II Imperatief
ich mal(e) ausmalte ausmale ausmalte aus-
du malst ausmaltest ausmalest ausmaltest ausmal(e) aus
er malt ausmalte ausmale ausmalte aus-
wir malen ausmalten ausmalen ausmalten ausmalen aus
ihr malt ausmaltet ausmalet ausmaltet ausmalt aus
sie malen ausmalten ausmalen ausmalten ausmalen aus

indicatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich mal(e) aus, du malst aus, er malt aus, wir malen aus, ihr malt aus, sie malen aus
  • Onvoltooid verleden tijd: ich malte aus, du maltest aus, er malte aus, wir malten aus, ihr maltet aus, sie malten aus
  • Perfectum: ich habe ausgemalt, du hast ausgemalt, er hat ausgemalt, wir haben ausgemalt, ihr habt ausgemalt, sie haben ausgemalt
  • Voltooid verleden tijd: ich hatte ausgemalt, du hattest ausgemalt, er hatte ausgemalt, wir hatten ausgemalt, ihr hattet ausgemalt, sie hatten ausgemalt
  • Toekomende tijd I: ich werde ausmalen, du wirst ausmalen, er wird ausmalen, wir werden ausmalen, ihr werdet ausmalen, sie werden ausmalen
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde ausgemalt haben, du wirst ausgemalt haben, er wird ausgemalt haben, wir werden ausgemalt haben, ihr werdet ausgemalt haben, sie werden ausgemalt haben

Conjunctief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich male aus, du malest aus, er male aus, wir malen aus, ihr malet aus, sie malen aus
  • Onvoltooid verleden tijd: ich malte aus, du maltest aus, er malte aus, wir malten aus, ihr maltet aus, sie malten aus
  • Perfectum: ich habe ausgemalt, du habest ausgemalt, er habe ausgemalt, wir haben ausgemalt, ihr habet ausgemalt, sie haben ausgemalt
  • Voltooid verleden tijd: ich hätte ausgemalt, du hättest ausgemalt, er hätte ausgemalt, wir hätten ausgemalt, ihr hättet ausgemalt, sie hätten ausgemalt
  • Toekomende tijd I: ich werde ausmalen, du werdest ausmalen, er werde ausmalen, wir werden ausmalen, ihr werdet ausmalen, sie werden ausmalen
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde ausgemalt haben, du werdest ausgemalt haben, er werde ausgemalt haben, wir werden ausgemalt haben, ihr werdet ausgemalt haben, sie werden ausgemalt haben

Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief

  • Onvoltooid verleden tijd: ich würde ausmalen, du würdest ausmalen, er würde ausmalen, wir würden ausmalen, ihr würdet ausmalen, sie würden ausmalen
  • Voltooid verleden tijd: ich würde ausgemalt haben, du würdest ausgemalt haben, er würde ausgemalt haben, wir würden ausgemalt haben, ihr würdet ausgemalt haben, sie würden ausgemalt haben

Imperatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: mal(e) (du) aus, malen wir aus, malt (ihr) aus, malen Sie aus

Infinitief/Deelwoord Actief

  • Infinitief I: ausmalen, auszumalen
  • Infinitief II: ausgemalt haben, ausgemalt zu haben
  • Tegenwoordig deelwoord: ausmalend
  • Participle II: ausgemalt

Opmerkingen



Inloggen

* De zinnen van Tatoeba (tatoeba.org) zijn gratis beschikbaar onder de CC BY 2.0 FR (creativecommons.org/licenses/by/2.0/fr/) licentie. Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via: 8634177, 7799019

* De zinnen uit Wiktionary (de.wiktionary.org) zijn vrij beschikbaar onder de licentie CC BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/deed.de). Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via de volgende links: 151213, 64341, 188038

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 151213, 151213

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: ausmalen