Vervoeging van het Duitse werkwoord werten

De vervoeging van het werkwoord werten (beoordelen, waarderen) is regelmatig. De basisvormen zijn wertet, wertete en hat gewertet. Het hulpwerkwoord van werten is "haben". De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord werten beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor werten. Je kunt niet alleen werten vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Het werkwoord behoort tot de woordenschat van het Zertifikat Deutsch of niveau C2. Opmerkingen

C2 · regelmatig · haben

werten

wertet · wertete · hat gewertet

 toevoeging van -e 

Engels assess, consider, value, evaluate, grade, classify, judge, rate

/ˈvɛʁtən/ · /ˈvɛʁtət/ · /ˈvɛʁtətə/ · /ɡəˈvɛʁtət/

[…, Schule, Sport] den ideellen Wert einer Sache beurteilen; Note, Punkte geben; bewerten, benoten, für etwas halten, beurteilen

acc.

» Die Punktrichter haben seinen Sprung zu hoch gewertet . Engels The judges rated his jump too high.

De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van werten

Tegenwoordige tijd

ich wert(e)⁵
du wertest
er wertet
wir werten
ihr wertet
sie werten

Onvoltooid verleden tijd

ich wertete
du wertetest
er wertete
wir werteten
ihr wertetet
sie werteten

Imperatief

-
wert(e)⁵ (du)
-
werten wir
wertet (ihr)
werten Sie

Konjunktief I

ich werte
du wertest
er werte
wir werten
ihr wertet
sie werten

Konjunktief II

ich wertete
du wertetest
er wertete
wir werteten
ihr wertetet
sie werteten

Infinitief

werten
zu werten

Deelwoord

wertend
gewertet

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


indicatief

Het werkwoord werten vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd


Tegenwoordige tijd

ich wert(e)⁵
du wertest
er wertet
wir werten
ihr wertet
sie werten

Onvoltooid verleden tijd

ich wertete
du wertetest
er wertete
wir werteten
ihr wertetet
sie werteten

Perfectum

ich habe gewertet
du hast gewertet
er hat gewertet
wir haben gewertet
ihr habt gewertet
sie haben gewertet

Volt. verl. tijd

ich hatte gewertet
du hattest gewertet
er hatte gewertet
wir hatten gewertet
ihr hattet gewertet
sie hatten gewertet

Toekomende tijd I

ich werde werten
du wirst werten
er wird werten
wir werden werten
ihr werdet werten
sie werden werten

voltooid tegenwoordige toekomende tijd

ich werde gewertet haben
du wirst gewertet haben
er wird gewertet haben
wir werden gewertet haben
ihr werdet gewertet haben
sie werden gewertet haben

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


  • Er wertete mein Schweigen als Zustimmung. 
  • Die Muslimbrüder werteten den Richterspruch in Ägypten als kalten Staatsstreich. 

Conjunctief

De vervoeging van het werkwoord werten in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.


Konjunktief I

ich werte
du wertest
er werte
wir werten
ihr wertet
sie werten

Konjunktief II

ich wertete
du wertetest
er wertete
wir werteten
ihr wertetet
sie werteten

Voltooid Konj.

ich habe gewertet
du habest gewertet
er habe gewertet
wir haben gewertet
ihr habet gewertet
sie haben gewertet

Konj. volt. verl. t.

ich hätte gewertet
du hättest gewertet
er hätte gewertet
wir hätten gewertet
ihr hättet gewertet
sie hätten gewertet

Toekomende aanvoegende wijs I

ich werde werten
du werdest werten
er werde werten
wir werden werten
ihr werdet werten
sie werden werten

Toek. volt. aanw.

ich werde gewertet haben
du werdest gewertet haben
er werde gewertet haben
wir werden gewertet haben
ihr werdet gewertet haben
sie werden gewertet haben

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.


Conjunctief II

ich würde werten
du würdest werten
er würde werten
wir würden werten
ihr würdet werten
sie würden werten

Verleden cond.

ich würde gewertet haben
du würdest gewertet haben
er würde gewertet haben
wir würden gewertet haben
ihr würdet gewertet haben
sie würden gewertet haben

Imperatief

De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord werten


Tegenwoordige tijd

wert(e)⁵ (du)
werten wir
wertet (ihr)
werten Sie

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Infinitief/Deelwoord

De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor werten


Infinitief I


werten
zu werten

Infinitief II


gewertet haben
gewertet zu haben

Tegenwoordig deelwoord


wertend

Participle II


gewertet

  • Die Punktrichter haben seinen Sprung zu hoch gewertet . 
  • Der Heimsieg wurde als Dreier gewertet . 
  • Ich habe Ihr Schweigen als Zustimmung gewertet . 

Voorbeelden

Voorbeeldzinnen voor werten


  • Die Punktrichter haben seinen Sprung zu hoch gewertet . 
    Engels The judges rated his jump too high.
  • Der Heimsieg wurde als Dreier gewertet . 
    Engels The home victory was rated as three points.
  • Er wertete mein Schweigen als Zustimmung. 
    Engels He interpreted my silence as consent.
  • Ich habe Ihr Schweigen als Zustimmung gewertet . 
    Engels I interpreted your silence as consent.
  • Seine Zurückhaltung in der Angelegenheit wurde als feige gewertet . 
    Engels His restraint in the matter was considered cowardly.
  • Die Muslimbrüder werteten den Richterspruch in Ägypten als kalten Staatsstreich. 
    Engels The Muslim Brotherhood regarded the court ruling in Egypt as a cold coup.
  • Natürlich ist nicht jede Geschichte es wert , erzählt zu werden, aber es gibt eine, die sich meilenweit von allen anderen abhebt. 
    Engels Of course, not every story is worth telling, but there is one that stands out miles away from all the others.

Voorbeelden 

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse werten


Duits werten
Engels assess, consider, value, evaluate, grade, classify, judge, rate
Russisch оценивать, расценивать, ценить, оценить, присуждать очки, ценность
Spaans valorar, evaluar, considerar, calificar, dar como válido
Frans considérer, évaluer, noter, estimer, juger
Turks değer biçmek, değer vermek, değerlendirmek, kıymet biçmek, paha biçmek, puan vermek
Portugees avaliar, considerar, classificar, valorizar
Italiaans valutare, considerare, giudicare, apprezzare, assegnare punti, dare un giudizio, stimare, vedere
Roemeens evalua, aprecia, considera
Hongaars értékel, megbecsül, megbecsülni, pontoz, értékelni
Pools wartość, oceniać
Grieks εκτιμώ, αξιολόγηση, εκτίμηση, αξιολογώ, βαθμολογώ, θεωρώ, κρίνω, μετρώ
Nederlands beoordelen, waarderen, beschouwen, schatten, taxeren
Tsjechisch hodnotit, ocenit, cenit, ohodnotit, posuzovat, považovat
Zweeds bedöma, värdera, poängsätta, räkna
Deens vurdere, bedømme, anse, vurdering
Japans 評価する, 価値を判断する, 価値を置く, 点数をつける, 見なす
Catalaans valorar, considerar, avaluar, puntuar
Fins arvioida, arvostaa, arvo, pitää
Noors vurdere, anse, verdi, verdsette
Baskisch baloratu, irizpide, puntuak eman
Servisch ocenjivati, vrednovati, smatrati
Macedonisch вредност, вреднува, оценка, смета, ценам
Sloveens oceniti, vrednotiti, obravnavati
Slowaaks hodnotiť, oceniť, posudzovať, považovať
Bosnisch ocjenjivati, ocijeniti, procijeniti, smatrati, vrijednovati
Kroatisch ocjenjivati, ocijeniti, procijeniti, smatrati, vrijednovati
Oekraïens оцінювати, вважати, цінність, цінити, цінувати
Bulgaars оценявам, преценявам, ценност, ценя
Wit-Russisch ацэньваць, ацаніць, вызначаць, каштоўнасць, разглядаць
Indonesisch memberi nilai, memberi poin, menganggap, menilai
Vietnamees đánh giá, chấm điểm, coi, coi là, xem như
Oezbeeks baholash, ball berish, deb hisoblamoq, kim sifatida ko'rish
Hindi अंक देना, मानना, मूल्यांकन करना, स्कोर देना
Chinees 打分, 把某人视为某人, 视为, 评估, 评分
Thais ถือว่า, ประเมิน, ประเมินค่า, เห็นว่า, ให้คะแนน
Koreaans 간주하다, 점수를 주다, 채점하다, 평가하다
Azerbeidzjaans kimi kimi hesab etmək, puan vermək, qiymətləndirmək, qəbul etmək
Georgisch შეფასება, გააფასო, მიიჩნევ, ქულები მისცე
Bengaals কে হিসেবে গণ্য করা, পয়েন্ট দেওয়া, বিবেচনা করা, মূল্যায়ন করা, মূল্যায়ন করা
Albanees jep notë, jep pikë, konsideroj, shoh si, vlerësoj
Marathi मूल्यांकन करणे, अंक देणे, मानणे
Nepalees अंक दिनु, मान्नु, मूल्याङ्कन गर्नु, स्कोर गर्नु
Telugu అంకులు ఇవ్వడం, పరిగణించడం, పరిగణించు, పాయింట్లు ఇవ్వడం, మూల్యాంకించు
Lets novērtēt, piešķirt punktus, uzskatīt
Tamil கருதுவது, மதிப்பிடு, மதிப்பீடு செய்
Ests arvestama, hinnata, pidama, punktide andma, väärtustada
Armeens գնահատել, համարվել, հաշվել, հաշվի առնել, վարկանիշներ տալ
Koerdisch hesab kirin, nirxandin, puan danîn
Hebreeuwsלְהַעֲרִיךְ، להעריך، לְהַשְׁווֹת، לדרג، לשפוט
Arabischتقييم، تقدير، اعتبار، قيم، يعتبر
Perzischارزش گذاری، ارزیابی کردن، ارزش دادن، نمره دادن
Urduاہمیت دینا، قدر، درجہ دینا، قدر دینا، قیمت، نمبر دینا

werten in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Definities

Betekenissen en synoniemen van werten

  • den ideellen Wert einer Sache beurteilen, bewerten, einschätzen, evaluieren
  • [Schule, Sport] Note, Punkte geben, benoten
  • etwas als etwas ansehen, jemanden als jemanden betrachten, für etwas halten, ansehen, betrachten
  • beurteilen, urteilen, ermessen, befinden, einschätzen, gewichten

werten in openthesaurus.de

Betekenissen  Synoniemen 

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Woordenboeken

Alle vertaalwoordenboeken

Duitse werkwoord werten vervoegen

Overzicht van alle tijden van het werkwoord werten


De vervoeging van het werkwoord werten wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord werten is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (wertet - wertete - hat gewertet) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary werten en op werten in de Duden.

werten vervoeging

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Conjunctief I Conjunctief II Imperatief
ich wert(e)wertetewertewertete-
du wertestwertetestwertestwertetestwert(e)
er wertetwertetewertewertete-
wir wertenwertetenwertenwertetenwerten
ihr wertetwertetetwertetwertetetwertet
sie wertenwertetenwertenwertetenwerten

indicatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich wert(e), du wertest, er wertet, wir werten, ihr wertet, sie werten
  • Onvoltooid verleden tijd: ich wertete, du wertetest, er wertete, wir werteten, ihr wertetet, sie werteten
  • Perfectum: ich habe gewertet, du hast gewertet, er hat gewertet, wir haben gewertet, ihr habt gewertet, sie haben gewertet
  • Voltooid verleden tijd: ich hatte gewertet, du hattest gewertet, er hatte gewertet, wir hatten gewertet, ihr hattet gewertet, sie hatten gewertet
  • Toekomende tijd I: ich werde werten, du wirst werten, er wird werten, wir werden werten, ihr werdet werten, sie werden werten
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde gewertet haben, du wirst gewertet haben, er wird gewertet haben, wir werden gewertet haben, ihr werdet gewertet haben, sie werden gewertet haben

Conjunctief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich werte, du wertest, er werte, wir werten, ihr wertet, sie werten
  • Onvoltooid verleden tijd: ich wertete, du wertetest, er wertete, wir werteten, ihr wertetet, sie werteten
  • Perfectum: ich habe gewertet, du habest gewertet, er habe gewertet, wir haben gewertet, ihr habet gewertet, sie haben gewertet
  • Voltooid verleden tijd: ich hätte gewertet, du hättest gewertet, er hätte gewertet, wir hätten gewertet, ihr hättet gewertet, sie hätten gewertet
  • Toekomende tijd I: ich werde werten, du werdest werten, er werde werten, wir werden werten, ihr werdet werten, sie werden werten
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde gewertet haben, du werdest gewertet haben, er werde gewertet haben, wir werden gewertet haben, ihr werdet gewertet haben, sie werden gewertet haben

Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief

  • Onvoltooid verleden tijd: ich würde werten, du würdest werten, er würde werten, wir würden werten, ihr würdet werten, sie würden werten
  • Voltooid verleden tijd: ich würde gewertet haben, du würdest gewertet haben, er würde gewertet haben, wir würden gewertet haben, ihr würdet gewertet haben, sie würden gewertet haben

Imperatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: wert(e) (du), werten wir, wertet (ihr), werten Sie

Infinitief/Deelwoord Actief

  • Infinitief I: werten, zu werten
  • Infinitief II: gewertet haben, gewertet zu haben
  • Tegenwoordig deelwoord: wertend
  • Participle II: gewertet

Opmerkingen



Inloggen

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: werten

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 131618, 131618, 131618

* De zinnen uit Wiktionary (de.wiktionary.org) zijn vrij beschikbaar onder de licentie CC BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/deed.de). Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via de volgende links: 131618, 279410, 273174, 131618

* De zinnen van Tatoeba (tatoeba.org) zijn gratis beschikbaar onder de CC BY 2.0 FR (creativecommons.org/licenses/by/2.0/fr/) licentie. Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via: 927584, 1105862, 10092397