Vervoeging van het Duitse werkwoord verleben

De vervoeging van het werkwoord verleben (doorbrengen, leven) is regelmatig. De basisvormen zijn verlebt, verlebte en hat verlebt. Het hulpwerkwoord van verleben is "haben". Het voorvoegsel ver- van verleben is onscheidbaar. De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord verleben beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor verleben. Je kunt niet alleen verleben vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Het werkwoord behoort tot de woordenschat van het Zertifikat Deutsch of niveau C2. Opmerkingen

C2 · regelmatig · haben · onlosmakelijk

verleben

verlebt · verlebte · hat verlebt

Engels spend, use up, be alive, expend, pass time, survive

/fɛɐ̯ˈleːbn̩/ · /fɛɐ̯ˈleːpt/ · /fɛɐ̯ˈleːptə/ · /fɛɐ̯ˈleːpt/

seine Zeit in bestimmter Weise mit etwas verbringen; zur Finanzierung des Lebensunterhalts verwenden; verbringen, verbrauchen, erleben, zubringen

(acc.)

» Ich verlebte angenehme Stunden. Engels I spent pleasant hours.

De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van verleben

Tegenwoordige tijd

ich verleb(e)⁵
du verlebst
er verlebt
wir verleben
ihr verlebt
sie verleben

Onvoltooid verleden tijd

ich verlebte
du verlebtest
er verlebte
wir verlebten
ihr verlebtet
sie verlebten

Imperatief

-
verleb(e)⁵ (du)
-
verleben wir
verlebt (ihr)
verleben Sie

Konjunktief I

ich verlebe
du verlebest
er verlebe
wir verleben
ihr verlebet
sie verleben

Konjunktief II

ich verlebte
du verlebtest
er verlebte
wir verlebten
ihr verlebtet
sie verlebten

Infinitief

verleben
zu verleben

Deelwoord

verlebend
verlebt

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


indicatief

Het werkwoord verleben vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd


Tegenwoordige tijd

ich verleb(e)⁵
du verlebst
er verlebt
wir verleben
ihr verlebt
sie verleben

Onvoltooid verleden tijd

ich verlebte
du verlebtest
er verlebte
wir verlebten
ihr verlebtet
sie verlebten

Perfectum

ich habe verlebt
du hast verlebt
er hat verlebt
wir haben verlebt
ihr habt verlebt
sie haben verlebt

Volt. verl. tijd

ich hatte verlebt
du hattest verlebt
er hatte verlebt
wir hatten verlebt
ihr hattet verlebt
sie hatten verlebt

Toekomende tijd I

ich werde verleben
du wirst verleben
er wird verleben
wir werden verleben
ihr werdet verleben
sie werden verleben

voltooid tegenwoordige toekomende tijd

ich werde verlebt haben
du wirst verlebt haben
er wird verlebt haben
wir werden verlebt haben
ihr werdet verlebt haben
sie werden verlebt haben

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


  • Ich verlebte angenehme Stunden. 
  • Da die Polizei zum Schutz des Präsidenten abkommandiert war, verlebten sie ausnahmsweise einen eher ruhigen Tag. 
  • Bis auf die letzten Kriegsjahre verlebte er dort wohl eine weitgehend positive Kindheit. 

Conjunctief

De vervoeging van het werkwoord verleben in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.


Konjunktief I

ich verlebe
du verlebest
er verlebe
wir verleben
ihr verlebet
sie verleben

Konjunktief II

ich verlebte
du verlebtest
er verlebte
wir verlebten
ihr verlebtet
sie verlebten

Voltooid Konj.

ich habe verlebt
du habest verlebt
er habe verlebt
wir haben verlebt
ihr habet verlebt
sie haben verlebt

Konj. volt. verl. t.

ich hätte verlebt
du hättest verlebt
er hätte verlebt
wir hätten verlebt
ihr hättet verlebt
sie hätten verlebt

Toekomende aanvoegende wijs I

ich werde verleben
du werdest verleben
er werde verleben
wir werden verleben
ihr werdet verleben
sie werden verleben

Toek. volt. aanw.

ich werde verlebt haben
du werdest verlebt haben
er werde verlebt haben
wir werden verlebt haben
ihr werdet verlebt haben
sie werden verlebt haben

  • Ich weiß nicht, ob ich die Geburt meines ersten Enkelkindes noch verlebe . 

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.


Conjunctief II

ich würde verleben
du würdest verleben
er würde verleben
wir würden verleben
ihr würdet verleben
sie würden verleben

Verleden cond.

ich würde verlebt haben
du würdest verlebt haben
er würde verlebt haben
wir würden verlebt haben
ihr würdet verlebt haben
sie würden verlebt haben

Imperatief

De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord verleben


Tegenwoordige tijd

verleb(e)⁵ (du)
verleben wir
verlebt (ihr)
verleben Sie

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Infinitief/Deelwoord

De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor verleben


Infinitief I


verleben
zu verleben

Infinitief II


verlebt haben
verlebt zu haben

Tegenwoordig deelwoord


verlebend

Participle II


verlebt

  • Vollkommen ist ein Tag verlebt im Garten. 
  • Hast du einen schönen Urlaub in Australien verlebt ? 
  • Da die Polizei zum Schutz des Präsidenten abkommandiert war, verlebten sie ausnahmsweise einen eher ruhigen Tag. 

Voorbeelden

Voorbeeldzinnen voor verleben


  • Ich verlebte angenehme Stunden. 
    Engels I spent pleasant hours.
  • Vollkommen ist ein Tag verlebt im Garten. 
    Engels A perfect day is one spent in the garden.
  • Hast du einen schönen Urlaub in Australien verlebt ? 
    Engels Did you enjoy your vacation in Australia?
  • Da die Polizei zum Schutz des Präsidenten abkommandiert war, verlebten sie ausnahmsweise einen eher ruhigen Tag. 
    Engels Since the police were assigned to protect the president, they exceptionally spent a rather quiet day.
  • Bis auf die letzten Kriegsjahre verlebte er dort wohl eine weitgehend positive Kindheit. 
    Engels Except for the last years of the war, he spent a largely positive childhood there.
  • Ich weiß nicht, ob ich die Geburt meines ersten Enkelkindes noch verlebe . 
    Engels I don't know if I will live to see the birth of my first grandchild.

Voorbeelden 

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse verleben


Duits verleben
Engels spend, use up, be alive, expend, pass time, survive
Russisch провести, проводить, проводить время, проживание, прожить, содержание
Spaans vivir, existir, financiar, gastar, pasar, pasar tiempo, sustentar
Frans vivre, gaspiller, passer, passer du temps, subsister
Turks geçirmek, geçim için harcamak, görmek, harcamak, hayatta olmak
Portugees passar, desfrutar, despender, dissipar, gastar, sobreviver, viver
Italiaans trascorrere, passare, lebendig sein, sostenere, utilizzare per vivere
Roemeens trăi, petrece, întreține
Hongaars eltölteni, megélhetésre használ, élni
Pools finansować, spożytkować, spędzać czas, utrzymywać, żyć
Grieks περνώ, διαχειρίζομαι, ζωντανός, χρηματοδότηση
Nederlands doorbrengen, leven, onderhouden
Tsjechisch probendit, prožívat, prožívatžít, přežít, strávit, trávit, trávit čas, utratit
Zweeds tillbringa, försörja, göra av med, leva upp, överleva
Deens tilbringe, bruge tid, bruge til livsophold, overleve, være i live
Japans 生きている, 生存する, 生活費に使う, 費やす, 過ごす
Catalaans finançar, passar temps, utilitzar, viu
Fins elinkustannusten rahoittaminen, elää, viettää, viettää aikaa
Noors bruke tid, bruke til livsopphold, overleve, tilbringe, være i live
Baskisch bizirik egon, bizitzaren finantzaketa, denbora pasatu
Servisch biti živ, preživljavati, provoditi vreme, živeti
Macedonisch бити жив, животни трошоци, проведување
Sloveens biti živ, preživeti čas, preživljanje
Slowaaks financovať život, prežiť, stráviť čas, žiť
Bosnisch biti živ, provoditi vrijeme, trošiti, utrošiti
Kroatisch biti živ, preživjeti, provoditi vrijeme, živjeti
Oekraïens доживати, жити, життєзабезпечення, проводити час
Bulgaars жив, изразходвам, прекарвам време, разходвам
Wit-Russisch жыць, жыць за кошт, жыць на, праводзіць час
Indonesisch hidup, masih hidup, melewatkan, membiayai hidup, menghabiskan
Vietnamees còn sống, dành thời gian, sống, tiêu vào sinh hoạt phí, trang trải cuộc sống, trải qua
Oezbeeks o'tkazmoq, o'tmoq, tirik bo‘lmoq, tirik qolmoq, tirikchilik uchun sarflamoq, yashashga sarflamoq
Hindi गुजारना, जिंदा होना, जीवनयापन के लिए खर्च करना, जीविका चलाने में खर्च करना, जीवित होना, बिताना
Chinees 尚在世, 度过, 活着, 用于生活开支, 花在生活上, 花时间
Thais มีชีวิตอยู่, ยังมีชีวิตอยู่, ใช้จ่ายเพื่อยังชีพ, ใช้เวลา
Koreaans 보내다, 살아 있다, 생존하다, 생활비로 쓰다, 생활비로 지출하다, 지내다
Azerbeidzjaans diri olmaq, dolanışıq üçün xərcləmək, keçirmək, sağ olmaq, vaxt keçirmək, yaşayışa xərcləmək
Georgisch გატარება, ცოცხალი ყოფნა, ცოცხლად დარჩენა, ცხოვრებაზე დახარჯვა
Bengaals কাটানো, জীবনযাপনে খরচ করা, জীবিকা নির্বাহে খরচ করা, জীবিত থাকা, বীত করা, বেঁচে থাকা
Albanees kaloj, me qenë gjallë, shpenzoj për jetesë
Marathi उपजीविकेसाठी खर्च करणे, घालवणे, जिवंत असणे, जिवंत राहणे, जीवननिर्वाहासाठी खर्च करणे
Nepalees गुजार्नु, जिउँदो हुनु, जीवनयापनमा खर्च गर्नु, जीवित हुनु, बिताउनु
Telugu గడపడం, జీవన వ్యయాలకు ఖర్చు చేయు, జీవించి ఉండటం, బతికి ఉండటం
Lets būt dzīvs, nodzīvot, palikt dzīvs, pavadīt, pavadīt laiku, tērēt iztikai
Tamil உயிருடன் இருக்க, கழிக்க, வாழ்க்கைச் செலவுக்கு செலவிடு
Ests aega veeta, elamiseks kulutama, elus olema, veeta
Armeens անցկացնել, ապրուստի համար ծախսել, կենդանի լինել, կենդանի մնալ, կենսապահովման համար ծախսել
Koerdisch dem xerc kirin, derbas kirin, ji bo jiyanê xerc kirin, zindî bûn
Hebreeuwsלבלות، להשתמש למימון מחיית הקיום، לחיות
Arabischإنفاق، عاش، قضاء الوقت، قضى، يعيش
Perzischزنده بودن، صرف کردن، هزینه کردن
Urduزندگی گزارنے کے لیے استعمال کرنا، زندہ ہونا، گزارنا

verleben in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Definities

Betekenissen en synoniemen van verleben

  • seine Zeit in bestimmter Weise mit etwas verbringen, verbringen
  • zur Finanzierung des Lebensunterhalts verwenden, verbrauchen
  • zu einem bestimmten Zeitpunkt (noch) am Leben sein, erleben
  • zubringen, mitmachen, verbringen, erfahren, durchmachen, miterleben

verleben in openthesaurus.de

Betekenissen  Synoniemen 

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Woordenboeken

Alle vertaalwoordenboeken

Duitse werkwoord verleben vervoegen

Overzicht van alle tijden van het werkwoord verleben


De vervoeging van het werkwoord verleben wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord verleben is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (verlebt - verlebte - hat verlebt) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary verleben en op verleben in de Duden.

verleben vervoeging

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Conjunctief I Conjunctief II Imperatief
ich verleb(e)verlebteverlebeverlebte-
du verlebstverlebtestverlebestverlebtestverleb(e)
er verlebtverlebteverlebeverlebte-
wir verlebenverlebtenverlebenverlebtenverleben
ihr verlebtverlebtetverlebetverlebtetverlebt
sie verlebenverlebtenverlebenverlebtenverleben

indicatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich verleb(e), du verlebst, er verlebt, wir verleben, ihr verlebt, sie verleben
  • Onvoltooid verleden tijd: ich verlebte, du verlebtest, er verlebte, wir verlebten, ihr verlebtet, sie verlebten
  • Perfectum: ich habe verlebt, du hast verlebt, er hat verlebt, wir haben verlebt, ihr habt verlebt, sie haben verlebt
  • Voltooid verleden tijd: ich hatte verlebt, du hattest verlebt, er hatte verlebt, wir hatten verlebt, ihr hattet verlebt, sie hatten verlebt
  • Toekomende tijd I: ich werde verleben, du wirst verleben, er wird verleben, wir werden verleben, ihr werdet verleben, sie werden verleben
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde verlebt haben, du wirst verlebt haben, er wird verlebt haben, wir werden verlebt haben, ihr werdet verlebt haben, sie werden verlebt haben

Conjunctief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich verlebe, du verlebest, er verlebe, wir verleben, ihr verlebet, sie verleben
  • Onvoltooid verleden tijd: ich verlebte, du verlebtest, er verlebte, wir verlebten, ihr verlebtet, sie verlebten
  • Perfectum: ich habe verlebt, du habest verlebt, er habe verlebt, wir haben verlebt, ihr habet verlebt, sie haben verlebt
  • Voltooid verleden tijd: ich hätte verlebt, du hättest verlebt, er hätte verlebt, wir hätten verlebt, ihr hättet verlebt, sie hätten verlebt
  • Toekomende tijd I: ich werde verleben, du werdest verleben, er werde verleben, wir werden verleben, ihr werdet verleben, sie werden verleben
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde verlebt haben, du werdest verlebt haben, er werde verlebt haben, wir werden verlebt haben, ihr werdet verlebt haben, sie werden verlebt haben

Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief

  • Onvoltooid verleden tijd: ich würde verleben, du würdest verleben, er würde verleben, wir würden verleben, ihr würdet verleben, sie würden verleben
  • Voltooid verleden tijd: ich würde verlebt haben, du würdest verlebt haben, er würde verlebt haben, wir würden verlebt haben, ihr würdet verlebt haben, sie würden verlebt haben

Imperatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: verleb(e) (du), verleben wir, verlebt (ihr), verleben Sie

Infinitief/Deelwoord Actief

  • Infinitief I: verleben, zu verleben
  • Infinitief II: verlebt haben, verlebt zu haben
  • Tegenwoordig deelwoord: verlebend
  • Participle II: verlebt

Opmerkingen



Inloggen

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 222998, 222998, 222998

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: verleben

* De zinnen van Tatoeba (tatoeba.org) zijn gratis beschikbaar onder de CC BY 2.0 FR (creativecommons.org/licenses/by/2.0/fr/) licentie. Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via: 786087, 3005127, 7824617

* De zinnen uit Wiktionary (de.wiktionary.org) zijn vrij beschikbaar onder de licentie CC BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/deed.de). Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via de volgende links: 222998, 266827, 222998